SV | Toen zond hij een anderen ruiter te paard; en als deze tot hen gekomen was, zeide hij: Zo zegt de koning: Is het vrede? En Jehu zeide: Wat hebt gij met den vrede te doen? Keer om achter mij. |
WLC | וַיִּשְׁלַ֗ח רֹכֵ֣ב סוּס֮ שֵׁנִי֒ וַיָּבֹ֣א אֲלֵהֶ֔ם וַיֹּ֛אמֶר כֹּֽה־אָמַ֥ר הַמֶּ֖לֶךְ שָׁלֹ֑ום וַיֹּ֧אמֶר יֵה֛וּא מַה־לְּךָ֥ וּלְשָׁלֹ֖ום סֹ֥ב אֶֽל־אַחֲרָֽי׃ |
Trans. | wayyišəlaḥ rōḵēḇ sûs šēnî wayyāḇō’ ’ălēhem wayyō’mer kōh-’āmar hammeleḵə šālwōm wayyō’mer yēhû’ mah-lləḵā ûləšālwōm sōḇ ’el-’aḥărāy: |
Toen zond hij een anderen ruiter te paard; en als deze tot hen gekomen was, zeide hij: Zo zegt de koning: Is het vrede? En Jehu zeide: Wat hebt gij met den vrede te doen? Keer om achter mij.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Toen zond hij een anderen ruiter te paard; en als deze tot hen gekomen was, zeide hij: Zo zegt de koning: Is het vrede? En Jehu zeide: Wat hebt gij met den vrede te doen? Keer om achter mij.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!